Jacobus Craandijk

 

 

Inhoudsopgave
Jacobus Craandijk

Jeugd- en kerkelijke publicaties

Niet gepubliceerd:
1850 Jeugdige Dichtoefeningen, 'een dik schrift vol' (Jo. de Vries)

In studenten-almanakken
Studenten Almanak, Amsterdam bij C.G. van der Post
1854 'De kloosterlinge', geteekend N-F. (gedicht).
'Een mannenhart', proza, geteekend N-F.
1855 'Een woord aan allen, die den Amsterdamschen Studenten Almanak voor 1855 gelezen hebben.' 5-16
'Namens de Commissie voor het Tegenschrift', J. Craandijk, Ab-actis.
Almanak van het Amsterdamsche Stundentencorps 'Modus' - Amsterdam bij C.G. van der Post.

1855

'Agnita van Heusden', novelle, geteekend C.

 

'Een blik in 't jaar 1885', geteekend C.

 

'Sint Geertenminne', geteekend C. (gedicht)

1858

'De Stichting van Bern', geteekend C. (gedicht)

'De Vrouw. Fragment', geteekend C. (gedicht)

 

'Storm op zee. Fragment', geteekend C. (gedicht)

Boeken, brochures, bijdragen (excl. Wandelingen)

1859

Het verschil in de voorstellling van het ontstaan der Christelijke Kerk tusschen F.C. Baur te Tübingen en A. Ritschl te Bonn, proefschrift ter afsluiting van de de studie aan de Kweekschool van de Algemeene Doopsgezinde Sociëteit. (#niet gevonden; kan ook 1858 zijn)

1863

Verslag aangaande den staat der Rotterdamsche Afdeeling van het Nederl. Bijbelgenootschap en Toespraak naar aanleiding daarvan, gehouden op de 49ste Algemeene Vergadering der Afdeelig 22 Oct. 1863. Rotterdam, J. van Baalen en Zonen.

1863

Eene godsdienstige viering van het vijftigjarige bestaan onzer onafhankelijkheid: feestrede den 15den November 1863 n.a.v. Psalm 107: 8-15, in de kerkdienst der Doopsgezinden te Rotterdam, Rotterdam, Hendrik Altman.

1869

Het Nederlandsch zendelinggenootschap in zijn willen en werken, geschetst door J. Craandijk, 1e en 2e dr. 1869, 224 p. 3e dr. 1890.
Wat wil het Ned. Zendelinggenootschap en hoe werkt het? Bestemd voor zendingswerkers, bestuurders en belangstellenden.
Opgericht 19 dec. 1797. De overtuiging dat evangelieverkondiging in de heidenwereld tot de eigenaardige roeping der christelijke gemeente behoort, was vóór einde 18e eeuw onder protestanten nooit algemeen ontwaakt. De Rooms-Catholieke kerk had altijd al haar missie, maar bij de protestanten was de drang tot wereld verovering gering..
Vóór de scheiding van kerk en staat was de bevordering van godsdienstige belangen een taak van de regering: Die ondersteunde alleen de officiele kerk. Waar bijvoorbeeld de I.O.C. vroegere Portugese gewesten overnam, werd terstond in plaats van de Rooms Catholieke de Hervormde godsdienst ingevoerd.
Tijdens de Franse overheersing was de Kaapkolonie het arbeidsveld; vanaf 1814 werd in verschilende delen van Indie gearbeid. Er is veel werk verzet en helaas ook veel mislukt. T.a.v. het zendingswerk zijn er twee stromingen. De ene wil vooral evangeliseren, de christelijke leer onderwijzen, ook al wordt die vaak niet begrepen, de andere wil humaniseren, zich richten op gezondheidszorg en beroepsopleiding.

1872

Een zestal preeken, nagelaten door A. Ballot, in leven Leeraar bij de Doopsgezinde Gemeente te Hengelo, 108 p.
Voorbericht: preken van wijlen mijn vriend en zwager Antonie Ballot. Geen schitterend vonken van genie, maar ze zijn ook niet geschreven om gedrukt te worden. (De familieverhouding is niet duidelijk; van Craandijks' vrouw Anna Geertruida Ballot is geen broer Anthonioe gevonden; Antonie heeft eerder elders gestaan)

1875

1 Petr. I : 24, 25 : het vergankelijke van al het aardsche en het onvergankelijke van het Evangelie. Rede ter gedachtenis van het honderdjarig bestaan van het kerkgebouw der Doopsgezinde Gemeente, in de kerkdienst van Zondag 30 Mei 1875. Rotterdam, P.H. Roosenburg.

1889

Iets uit de geschiedenis der Nederlandsche Doopsgezinden, Arnhem, Karel F. Misset, 64 p.
'(...) Godsdienstige richtingen (...) worden geboren uit behoeften, niet of maar ten dele bevredigd, terwijl de vormen, waarin zij zich openbaren, door bijzondere omstandigheden worden bepaald.'
Ontwikkelingen begin 16e eeuw, waarbij verzet tegen bestaande toestanden. Luther, Zwingli, 1517-1518, vervolging, onderdrukking. In zoeken naar de nieuwe vormen komt ook anabaptisme op. Drie stromingen. 1. streng zedelijk, zuiver geestelijk, geestelijke wapenen. 2. openbaringen en visioenen, dweperij en geestdrijverij. 3. komt tot geweld. Misleiden, onruststokers en eerzuchtigen vermengen zich er mee.
Periode van opstand, verzet, geestdrijverij en bloedige vervolging vooral 1530-1536. Wat overblijft is de gemeenschap van stillen in den lande, zonder enig spoor van oproerigheid of dweperij, in eigen kring den strijd volstrijdend, die ieder kerkgenootschap tot zijn ontwikkeling doorstrijden moet.

1897

Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Nederlandsche Zendelinggenootschap

 

'Overzicht van de Werkzaamheid van het Nederlandsche Zendelinggenootschap 1797-1897', 13 - 42
'Feestrede, gehouden op 14 Juli bij gelegenheid van het Honderd-jarig bestaan van het Nederlandsch Zendelingen genootschap', 51 - 57


Publicaties in periodieken
Doopsgezinde Bijdragen, 't laatst, Leiden bij E.J. Brill.

1864

'Eenige mededeelingen uit het Resolutieboek der Doopsgezinde Gemeente te Rotterdam 1771-1801', 102-123

1867

'Iets over den tegenwoordigen stand van zaken te Dordrecht, 156-157

1869

'Nog iets over de Dordsche zaak', 125-128
Over de Dordtsche zaak is iets vermeld in het hoofdstuk 'Leeraar in Rotterdam'

Mededeelingen van wege het Nederlandsch Zendelinggenootschap, bijdragen tot de kennis der zending enz.

1871

'Aan diegenen onder het Nederlandsche volk, die belang stellen in de bevolking van een merkwaardig deel onzer Oost Indische bezittingen. Hoe moet het gaan met de scholen in de Minahassa?' 1-10
Het genootschap heeft 117 scholen voor het onderwijs aan de inlandse bevolking in de Minahassa. Er is geld nodig om ze voort te zetten. Ondertekend door 17 hoofdbestuursleden van het Ned. Zend. Genootschap, w.o. J. Craandijk.

Eigen Haard. Volkstijdschrift.

1895

'Joh. Chr. Neurdenburg' (levensschets van een zendeling), 317-318

Zondagsbode (Doopsgezind weekblad). Kuiper en Taconis, Meppel, laatstelijk J.H. de Bussy, Amsterdam.

1888

'Kerstgedachte' No. 8

1890

'Een Brief van Dr. Keller te Munster' No. 44

 

'Nog een Brief en woord over de samenkomst' No. 48

1881

'Rust een weinig' No. 11

 

'Weldoen' No. 12

 

'Hulp hij Vacature, in de 17de eeuw' No. 38

1893

'Iets over de geschriften, uitgegeven hij gelegenheid van de herinnering aan Menno Simons 6 Nov. 1892' No. 5

 

'Eenige bezwaren van den Catecheet' No. 51

1895

'Iets over de ontworpen bloemlezing uit Doopsgezinde Gezangen' No. 19

1907

'Geschiedenis der Doopsgezinden te Rotterdam' No. 17

 

Bespreking K. Vos, 'De doopsgezinde gemeente', in Rotterdam in de loop der eeuwen, 1907

 

'Iets uit het journaal van M. Azn. de Ruyter tijdens zijn verblijf in Denemarken 1659 en 1660' No. 23

1910

'Hermanus de Boer' No. 10

Teylers Theol. Tijdschrift. - Haarlem, De Erven Loosjes.

1907

'Hensen, De Roomsch-Katholieken te Rotterdam', Boekbeoordeeling 623-631

1908

'Groenewegen, Het Remonstrantisme te Rotterdam', Boekbeoordeeling 140-144

1908

'Vos, De Doopsgezinden te Rotterdam', Boekbeoordeeling 144-149

Doopsgezind Jaarboekje. - Assen, L. Hansma

1910

'Een en ander uit oude familiepapieren'

1910

'Bij het portret van Ds. G. ten Cate'

inhoudsopgave